Ik begin dit verhaal maar meteen met een bekentenis: ik moest in eerste instantie erg aan de boomwhackers wennen. Een trommel is toch een stuk imposanter. Daar kun je mee aankomen. Een boomwhacker ziet er voor een leek toch in eerste instantie uit als kinderspeelgoed. En dat terwijl gerenommeerde groepen als Percossa en Stomp er wervelende shows mee maken.
Vaak is er een lichte aarzeling: moet ik dit gaan doen? Maar als je eenmaal over dat vooroordeel heen bent gaat er een wereld voor je open: de wereld van de interactie. Van speelplezier in enkele minuten met honderden mensen tegelijk. Zie dat maar eens met trommels voor elkaar te krijgen. Een onmogelijke opgaaf. Dit geeft een enorm speelplezier: de muziek komt vanzelfsprekend uit zo’n grote groep mensen samen.
De basale ervaring van muzikaal samenspel, van samen iets bereiken, van met een grote groep mensen één geheel vormen, staat boven ieder niveau: het is in de basis een universeel principe, of het nu gaat om een symfonieorkest vol professionals of om een workshop voor beginners: jouw aandeel als individuele speler is niet bepalend. Waar het om gaat is het geheel. Je doet het pas goed als je daar in opgaat en om dat te laten gebeuren is niet zozeer inspanning als wel afstemming nodig: een open mind voor hoe jij met je omgeving interacteert.
Het is iedere keer na een workshop met boomwhackers dat ik me realiseer: dit zou iedereen minstens één keer in zijn leven moeten doen. Om te ervaren: zo gemakkelijk en zo vanzelfsprekend kan samenwerking in essentie zijn.